Method

 

Het nestspel

Vanaf mijn herstart in 2000 ben ik ook begonnen met het nestspel. Dit is in Nederland alom gekend, maar in België niet, met uitzondering van enkele hokken die op Barcelona duivinnen op nest klaarstomen. Nestspel heeft voordelen maar ook nadelen, en het is een eenvoudige methode als je ze goed onder de knie hebt, maar dat is nu juist de sleutel tot het succes. Observatie en feeling en een goede administratie voor de opvolging, zijn hierbij zéér belangrijk en alle liefhebbers hebben deze gave niet.

 

Foto links: Penelope en Icarus ( 2° en 4° Nat Barcelona '09).

Voordelen:

 

  • Duiven zijn rustig en hebben minder last van stress.

 

  • Je kan op alle uren van de dag op het hok komen zonder de duiven te verstoren.

 

  • Zowel de kwaliteit van de duivers als deze van de duivinnen kan je testen, en dit is zéér belangrijk voor je verdere stamvorming.

 

  • Je kan vroegtijdig een goed kweekkoppel ontdekken.

 

  • De verzorging is eenvoudiger.

 

  • Duiven kunnen een supermotivatie krijgen door een ideale neststand.

 

  • De conditie stijgt mee met de evolutie van de neststand, en dit is individueel verschillend bij elke duif.

 

  • Het is altijd een gezellige boel op het hok omdat duiven ook een sociaal leefpatroon hebben in groep.

 

  • Duivinnen zijn rustig in de reismanden, waardoor ze extra energie blijven opstapelen, en hierdoor tot grote prestaties in staat zijn.

 

Nadelen:

 

  • Nestspel vraagt observatie omdat je het gedrag van je duiven moet leren kennen.

 

  • Een goede administratie is zéér belangrijk. Hiermee bedoel ik dat je alles op een kalender moet opschrijven per duif of koppel, zodat je elke dag de juisten neststand kent en de duiven ook kan klaarzetten naar een bepaalde vlucht.

 

  • Nestspel is enkel geschikt voor vluchten boven 800 km, met uitzondering van liefhebbers die op het einde van het seizoen met jonge duiven spelen op de snelheidsvluchten of nationaals voor jongen.

 

  • De voeding is bij nestspel zéér belangrijk en zal mede bepalend zijn voor de successen.

 

  • Het is niet altijd simpel om nestduiven aan hun training te houden.

 

  • Door een slechte combinatie van voeding en training gaan de vliegduiven aanvetten en verzwaren, waardoor de vliegconditie verdwijnt.

 

  • Doffers op nest zijn in de reismanden rustig en worden gepikt door weduwmannen. Dit is vooral een probleem bij de kortere vluchten als er meer dan 20 duiven in de manden zitten.

 

De voeding:

 

Ik gebruik de granen van Van Camp uit Boechout. Hier vind ik gezonde granen in een gevarieerde samenstelling.

A) Basisvoeding gans jaar: "Super 4 ruimengeling" (vier soorten maïs).

B) "Energy" (mengeling van granen en zaden met een hoog vetgehalte).

C) "Grand prix" (met kleine cribs zonder peulvruchten).

D)Verder de "zuivering", "dieet" en in de winter de "witte gerst" om alles op punt te zetten in bepaalde perioden.

 

Ik geef het ganse jaar door (A)als basisvoeding,

In de ruiperiode gebruik ik een verhouding van 1 -1- 4 ( D dieet- C- A) en ook nog enkele soeplepels wilde zaden. De duiven worden twee maal per dag gevoederd.

In de winter de verhouding 1-1-2-4, (D zuivering- D gerst- C- A). Slechts één keer per dag worden de duiven gevoederd, en dit is 's middags. Op deze manier ruien de duiven enorm veel oude dons.

In de lente start ik met dezelfde mengeling als in de winter maar ga ik terug over naar twee voederbeurten.

Als het vliegseizoen begint, verhouding 1-2-5 ( D dieet- C- A). Van het ogenblik dat de duiven op nest zitten en de vluchten bezig zijn, voeder ik drie keer per dag, maar nooit te veel. Hierdoor blijven ze lichter en strakker, waardoor ze weer beter trainen. Koppels met grote jongen hebben alzo voldoende eten, en de broedende koppels slaan al eens een beurt over, of pikken enkele graantjes en gaan weer broeden.

Naar de zware fonvluchten toe verhoog ik de maïs, maar dit is op gevoel.

Twee weken voor een zware fondvlucht gaat er nog 1 verhouding B (energy) onder het eten.

 

Bij thuiskomst krijgen de duiven een electrolyten-mix in het drinken, en wat extra zuivering en verse grit. Volgende dag terug de gewone mengeling.

Na het speelseizoen ga ik terug naar twee voederbeurten per dag, en gaan we terug naar het ruiregime.

 

Vitaminen geef ik buiten het speelseizoen nooit, omdat ik van oordeel ben dat in een gevarieerde voeding dit voldoende voorhanden is, en gezonde duiven een goed metabolisme hebben om de nodige vitaminen om te zetten uit de voeding. Wel geef ik regelmatig "Allicin-plus" (lookconcentraat) en "Forte-Vita" (kruidenmix) van Travipharma.

 

In het seizoen geef ik enkel de natuurlijke "Joost mix" van Belgavet over het graan en dit 2 keer per week. Twee weken voor Barcelona een vitaminekuur met "Belgasol" en bij inkorving een "vitaboli" van Belgica-de weerd.

 

De training:

 

Sedert 2005 ben ik overgeschakeld naar open hok systeem. Dit wil zeggen dat de duiven vrijuit kunnen vliegen van het eerste ochtendlicht tot 17.30 uur 's avonds. Zo kunnen de jonge duiven nadien nog trainen. Ik kijk niet naar het weer. De duiven zitten ook de rest van het jaar open hok. Eind oktober gaan alle broedhokken op halve stand en blijven de duiven gekoppeld tot eind januari een beetje afhankelijk van het winterweer. Als er terug drift in de koppels komt, worden deze gescheiden tot de eerste africhtingsvluchten zijn afgewerkt. De duivinnen verblijven dan op het hok voor jonge duiven en trainen 's avonds. De doffers vertoeven op het nesthok en trainen's morgens. Dit is de enige periode van het jaar dat de duiven geen open hok hebben en op weduwschap zitten. In de rui- en winterperiode zitten de duiven ook open hok in weer en wind, zelfs bij bar winterweer en sneeuwval. Hierdoor krijgen ze een extra zuurstofkuur waardoor hun natuurlijke weerstand verhoogt en ze steeds de rui uitkomen met een vettig glanzend en zijdezacht verenpak. Slechte pennen of bloedpennen heb ik op mijn hok nog niet gezien.

 

De reden dat ik niet afwijk van dit systeem, is het feit dat ik in 2005 het eerst dit open hok systeem heb ingevoerd en juist dat seizoen de 1° nationaal Barcelona won. Het valt mij de laatste jaren ook op dat de duivinnen, die kort na de middag van de nesten komen, vaak lang trainen en dit juist op de warmste momenten van de dag.

 

Mijn jonge duiven nemen niet deel aan wedstrijdvluchten maar worden wel zelf gelapt in verschillende richtingen tot soms 100 km, en ook individueel. Deze jonge bende krijgt het jaar van hun geboorte geen enkele medicatie buiten de verplichte enting. Een vuil neusje of nat oog komt af en toe voor maar moet evengoed terug verdwijnen.

 

Het medische plaatje:

 

1) In de winter een behandeling tegen luis en andere parasieten. Eveneens een ontwormingskuur.

 

2) Eind februari enten tegen pokken met de veerfolikkelmethode.

 

3) Ik geef nooit preventief antibiotica, dus ook geen paratyfuskuur.

 

4) Verplichte enting tegen paramyxo.

 

5) Begin van het speelseizoen krijgen de vliegers op hun eerste broed een vijfdaagse kuur tegen tricho indien nodig na veeartscontrole.

 

6) Bij thuiskomst van de vlucht krijgen de vliegers mineralen en aminozuren voor snelle recuperatie.

 

7) Eén week voor de inkorving van een fondvlucht gaf ik enkele korreltjes "sliepzand". Ik heb dit nu vervangen door de "SAS" druppels van Travipharma (zelfde werking), omdat de kristallen van het sliepzand krasjes geven in de bekholte. Door de inwerking van deze druppels komen eventuele slijmpropjes in de neus los, en ben je zeker dat de vliegers vrij kunnen ademen tijdens de vlucht. Dit is veel beter dan maar te kuren met antibiotica tegen de koppen. Ik heb met het open hok systeem ook nooit last van vliegers met dikke koppen.

 

8) noot: Er is veel te doen over anti-paratyfus behandelingen in de winter. Ik heb het in 2007 eens gedaan en verder niet meer. Ik heb geen spectaculaire verandering aan de duiven gezien, en bij deze behandeling zijn de duiven ook maar enkele maanden imuun en kunnen ze nadien evengoed besmet raken.

Succes.

 

 

Need help building your own loft?